Overslaan en naar de inhoud gaan
Europees Sociaal Fonds Plus

ESF+ in partnerschap

De lidstaten zullen het ESF+ inzetten voor het herstel van de door de coronapandemie veroorzaakte sociaaleconomische crisis. Het fonds steunt een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de crisis in de EU door de investeringen in banen, vaardigheden en diensten te stimuleren.

Over het leeuwendeel van het ESF+-budget (98,5 miljard euro op een totaal van ruim 99 miljard euro) wordt gezamenlijk beslist door de Europese Commissie, de nationale en regionale autoriteiten, en de sociale partners en belanghebbenden via gedeeld beheer.

Het Europees Sociaal Fonds Plus wordt zorgvuldig afgestemd op de aanbevelingen en landanalyses van het Europees Semester, het kader voor de coördinatie van het economisch en sociaal beleid in de hele Europese Unie. Het ESF+ financiert de implementatie van de Europese pijler van sociale rechten, een kernonderdeel van het Europees semester, via acties op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs en vaardigheden, en sociale inclusie.

Thematische concentratie

Dankzij thematische concentratie kan de EU zich vooral richten op de behoeften van de hele EU. Middelen onder gedeeld beheer kunnen daarbij op de volgende gebieden worden ingezet.

  • Sociale ongelijkheid en armoede zijn nog steeds een belangrijk punt van zorg. De lidstaten moeten daarom 25% van hun ESF+-budget voor sociale inclusie gebruiken. Daarnaast is het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) in het ESF+ opgenomen om voedselhulp en fundamentele materiële bijstand te kunnen leveren. Alle lidstaten zijn verplicht minstens 3% van hun ESF+-budget hieraan te besteden.
  • De jeugdwerkloosheid, die sinds de economische crisis van 2008 toch al hoog was, is door de coronapandemie nog verder toegenomen. Alle lidstaten moeten een passend deel van hun ESF+-middelen onder gedeeld beheer bestemmen voor gerichte acties en structurele hervormingen ter ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren. Lidstaten waar het aandeel werkloze jongeren tussen 15 en 29 jaar die geen onderwijs of opleiding volgen (NEET’s), in de periode 2017-2019 boven het EU-gemiddelde ligt, moeten minstens 12,5% van hun ESF+-budget aan jongeren besteden.
  • De kinderarmoede is nog steeds onaanvaardbaar hoog en neemt verder toe als gevolg van de coronacrisis. Het ESF+ verplicht de lidstaten met de meeste armoede onder kinderen, om minstens 5% van hun ESF+-budget toe te wijzen aan maatregelen tegen kinderarmoede. Ook de overige lidstaten moeten hiervoor voldoende geld uittrekken.
  • De sociale partners en het maatschappelijk middenveld moeten over voldoende capaciteit beschikken om goed gebruik te kunnen maken van de middelen en het beleid van het ESF+. Alle lidstaten moeten daarom voldoende middelen reserveren voor capaciteitsopbouw van de sociale partners en het maatschappelijk middenveld. Lidstaten die in het kader van het Europees semester hiervoor een landspecifieke aanbeveling hebben gekregen, moeten minimaal 0,25% van hun ESF+-budget aan capaciteitsopbouw besteden.

De lidstaten zullen het ESF+ inzetten voor het herstel van de door de coronapandemie veroorzaakte sociaaleconomische crisis. Het fonds steunt een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de crisis in de EU door de investeringen in banen, vaardigheden en diensten te stimuleren.